In een verleidelijke wending van de gebeurtenissen wordt onze jonge hoofdrolspeler betrapt op het kroelen met haar stiefvader. De verboden vrucht van het taboe in het gezin wordt werkelijkheid terwijl ze gevangen zit in de stuiptrekkingen van passie met haar stievevader, die toevallig een geluksvogel is met een onverzadigbare honger naar het verbodene. Het tafereel ontvouwt zich met een delicaat evenwicht tussen angst en verlangen, terwijl onze jonge heldin zich in een compromitterende positie bevindt met haar oudere stiefvader . De spanning bouwt zich op als ze in niets anders gevangen zit dan haar slipje, de lucht dik met de bedwelmende geur van haar jeugdige allure. De stiefvader, niet in staat om de verleiding te weerstaan, bezwijkt voor zijn primaire zaad en neemt de drang om het te nemen. Hobs neemt een wending in de realiteit. Het schouwspel wordt een taboe, de realiteit en het taboern wordt een verboden fantasie. Dit wordt de verboden werkelijkheid, het taboëeraal en het taboscisme, de verboden familieverhaal, de verboden taboes en alle verboden verlangens.
