Getuige de boeiende Ciren Verdes, een verleidelijke tovenares die geniet van de kunst om haar gebonden metgezel te domineren. Deze volwassen schoonheid bevindt zich in een prikkelende benarde situatie, haar wulpse kont bloot en in bedwang, waardoor ze hunkert naar Cirens sensuele aanraking. Met een sfeer van kattenkwaad plaagt Ciren haar gevangen, haar vingers dansen over haar rondingen, wat een vurige reactie binnenin ontbrandt. De anticipatie stijgt als Ciren zich verdiept in de verboden diepten van haar gevangenen, haar bekwame tongen die wonderen verrichten. Dit is slechts een spel van eenvoudige dominatie; een symfonie van plezier; een genot om de kracht van Cirens aan te raken. Ascens nadert de bron van hun climax, vindt een manier om zichzelf te onderwerpen aan de explosieve kracht van hun gevangenschap, Brens neemt een explosieve houding aan en laat zich meeslepen in de wereld van de kunst van de dominantie. Dus Ciren is vastbesloten om zichzelf te bevrijden van de kunstzinnigheid van Verstament, de kunst van Ciren, en weet waar de dominantie van Ciren ligt, een wilde wereld te berijden en de wereld van macht te veroveren.